Klik&Go: Portugal
Portugal in vogelvlucht
Voordat we aan onze muzikale verkenning van Portugal beginnen, bekijken we Portugal in vogelvlucht van het Noord-Oosten tot het Zuiden. Komen we een beetje in de sfeer en ontdekken meteen dat er in het hele land heel veel moois te ontdekken valt en je dus niet alleen naar de bekende toeristenplekken als Lissabon, Porto of de Algarve hoeft. Misschien juist wel niet, want het Portugese achterland heeft heel veel verrassends te bieden.
Fado, de muziek van Portugal?
Onze muzikale ontdekkingsreis beginnen we natuurlijk bij de muziek waar we Portugal allemaal mee associëren: de fado. Maar de fado zoals wij die kennen is vooral de muziek van de grote havensteden aan de kust: Lissabon en Porto. Plekken van vertrek en aankomst, van verdriet en geluk, van gemis, heimwee, de bron van de ‘saudade’. Te vinden in de fado cafe’s in de smalle steegjes van de Alfama en Bairro Baixo en Alta van Lissabon.
De zangeres die de fado met haar ‘Uma Casa Portuguesa’ wereldbekend maakte kennen we allemaal wel: Amalia Rodrigues. Terecht een icoon. Hier live te zien met in deze video ook een aantal namen van de nieuwe generaties: Mariza, Mafalda Arnauth, António Zambujo, Raquel Tavares. Maar er is een hele nieuwe generatie fadista’s inmiddels. Ik heb een paar wat mij betreft interessante namen op een rijtje gezet.
Mariza, en Cristina Branco zijn de bekendste hier, Mafalda Arnauth haalden wijzelf hierheen. Maria Ana Bobone, Carla Pires aan de vrouwenkant. Camane, Helder Moutinho, Antonio Zambujo moet ook eens gehoord hebben. De jonge garde experimenteert graag, Zoals hier Cuca Roseta.
Amalia Rodrigues heeft (uiteraard) ook een mannelijke tegenhanger: Carlos do Carmo. Hier te zien in een video waarin nog wat andere namen uit de fadohistorie voorbijkomen.
Postfado
Fado is al een oude muziekvorm en dus is er ook iets als postfado ontstaan. Belangrijkse exponent hiervan was de groep ‘Madredeus’ uit Lissabon. De groep is uit elkaar, maar er gaan geruchten over een terugkeer. Uit Porto kwam een andere groep ‘Frei Fado d’el Rei’. Beide waren ook in Nederland te zien.
Fado de Coimbra
Maar naast de fadotraditie van Lissabon en Porto is er ook nog een andere: de fado de Coimbra. Coimbra, in het midden van het land, is de derde stad van Portugal. De fado van Coimbra is nauw verweven met deze universiteit en haar studenten. Andere stijl, lyrischer, andere onderwerpen en… vanoudsher een exclusieve aangelegenheid voor mannen in het zwart.
De Portugese gitaar
Coimbra is ook de bakermat van veel Portugese muziek en speelt bijvoorbeeld ook een belangrijke rol in de instrumentale muziek voor de Portugese gitaar. Hier een opname van het befaamde Quartetto de Coimbra, met grote gitaristen als Antonio Portugal en Antonio Brojo.
Nu we toch bij de Portugese gitaar zijn aanbeland… De grote naam hier is Carlos Paredes, de keizer van het instrument. Hij zette dit instrument wereldwijd op de kaart en zijn compositie ‘Verdes Anos’ is ‘de’ standaard. Wereldberoemd artiest, maar toch nooit professional geworden… Carlos Paredes is hier te zien in concert, Lissabon 1992.
Zijn troonopvolger draagt de fraaie naam van Pedro Caldeira Cabral. Virtuoos gitarist, componist en wandelende encyclopie van de Portugese muziek. Leider ook van een aantal interessante Oude Muziek ensembles, ‘La Batalla’ en ‘Concerto Atlântico’. Wij hebben hem zelf diverse malen naar Nederland gehaald, o.a. naar Leiden (De Waag) en daarom wat eigen opnamen vanuit het helaas intussen afgebrande Theater Het Speelhuis in Helmond. Cabral’s compositie ‘Balada da Oliveira’ is ook een ‘standard’ in de Portugese muziek.
Pedro Caldeira Cabral: Fofa de Rosinha en Balada da Oliveira.
Meer verbonden met de traditionele fado is Clube de Fado gitarist Antonio Chaino. Lekker eigenwijs is maestro Custódio Castelo, de grote man achter o.a. fadista Cristina Branco. Ook met hem hebben we gewerkt, ook hij speelde o.a. in Leiden, maar hierbij een concert met groot orkest opgenomen in Macao.
Traditionele muziek en instrumenten
Portugal is echt een land van muziek. Fado en de Portugese gitaar zijn nauw verbonden met de grote steden, maar het Portugese platteland biedt een enorme varieteit aan stijlen en instrumenten. Wat zachtere klanken meer in het zuiden, het wat luidruchtiger werk in het noorden. Grofweg. Op het platteland kom je de diatonisiche accordeon veel tegen, vooral in het midden en noorden, in het zuiden heb je ‘tamboril’ en fluit van de Algarve, de sonore mannenkoren van de Alentejo, in het oosten kom je de ‘adufeiras’ tegen, vrouwengroepen met vierkante trommels, in het noorden de ‘bombos’ en ‘ze pereiras’ met hun woeste tromgeroffel en ook doedelzakken. Kortom: genoeg te beleven en veel diverser en dynamischer dan we veelal weten. De beste tijd om dit te ontdekken is rond 15 augustus (Maria Hemelvaart) tot eind augustus (Sao Joao); dan viert elk dorp het feest van de eigen heilige met grote feesten, markten processies en heel veel vuurwerk. Ze zijn er dol op. Het is dan ook qua klimaat het lekkerst.De Franse etno-musicoloog Michel Giacometti verzamelde, ondersteund door componist Fernando Lopes Graça in de jaren zestig door het hele land veel van de vaak alleen oraal overgeleverde volksmuziek. Daarmee legde Giacometti de basis voor de herleving van de traditionele muziek na het einde van de dictatuur in 1974.
Om te beginnen een ‘coridinho’ uit de Algarve, compleet met dansles. (We moeten in beweging blijven)
Daarboven ligt de Alentejo met uitgestrekte landerijen met kurkeiken en kleine witte stadjes. Hier vind je de sonore mannenkoren.
In het midden en oosten liggen de Beiras (Litoral, Baixa, Alta). De meest interessante schatkist van Portugese volksmuziek. Het domein van de ‘adufeiras’ Die uit Monsanto trekken de hele wereld over…
De groep ‘Brigada Victor Jara’ heeft in ruim 40 jaar zo’n tiental CD’s uitgebracht met traditionele muziek uit alle streken. Ook uit de Beiras. Een van mijn favoriete opnames van ze is 'Silvaninha', een van de vele mooie wiegeliedjes uit het Iberisch schiereiland.
Tussen Lissabon en Coimbra bevinden zich een aantal historische plaatsen die een bezoekje meer dan waard zijn... het wat toeristische (maar niet minder interessante) groene Sintra, het vissersplaatsje Ericeira (surf hot spot!), met Sobreiro (artesanato) als tussenstop, het gigantische kasteel van Mafra, het kasteelstadje Obidos, het imposante klooster La Batalla en de stad Leiria. Kortom: een leuk gebied ook.
De Douro en Minho streek in het noordwesten kennen een heel rijke folkloristische traditie. Elk dorp heeft wel zijn eigen ‘Rancho folclorico’ met prachtige kostuums. Hier moet je dus in augustus zijn.
De ‘Tras as Montes’ (land achter de bergen) is een ruig bergachtig (beschermd) landschap en daar horen dan ook stevige instrumenten als trommels en doedelzakken bij. Je hebt er de 'Ze perreiras' en de 'bombos' die vaak tegen elkaar optrommelen. Spektakel!
En voor wie carnaval eens heel anders wil vieren…
Eigentijdse muziek
Portugal is de afgelopen eeuw heel lang een soort achtergebleven gebied geweest, dicator Salazar heerste en pas in 1974 ging het land weer open met de Anjerrevolutie. Het verzet kwam vooral vanuit de intellectuele hoofdstad van Portugal: Coimbra. Muziek en muzikanten, zo nauw verweven in de Universiteit aldaar, speelden hierbij een sleutelrol. Protest werd verwoord in muziek en via (clandestiene) concerten verspreid. Toch werden mensen opgepakt, opgesloten, verbannen enzovoort. Vele grote namen in de Portugese muziek maakten deel uit van deze beweging: Sergio Godinho, José Maria Branco, Vitorino en Janita Salome, Julio Perreira o.a. en de muziekgroep GAC/Voces da Luta. Maar hét gezicht van deze beweging is toch José Afonso, zanger en dichter.
Tot op vandaag de meest invloedrijke en meest gecoverde artiest in de Portugese muziek. Hij schreef een schitterend oeuvre, waaronder ‘Grandola Vila Morena’, het lied waarmee het begin van de Portugese revolutie werd ingeluid en dat uitgroeide tot een soort tweede volkslied. Het is de afsluiting van zijn laatste concert in 1983 in Lissabon. Een icoon, een volksheld. Iemand om eens verder op te zoeken dus.
Traditie, behoud en vernieuwing
De diatonische accordeon zijn we hiervoor al vaak tegengekomen. Maar met de Expo 99 in Lissabon in het vooruitzicht stimuleerde de regering muzikanten om met het muzikale erfgoed aan de haal te gaan en te zoeken naar vernieuwing. De groep ‘Danças Ocultas’ deed dat en behoort al decennia lang tot de wereldtop met een volstrekt eigen geluid. Een zelf ontwikkelde basaccordeon en het gebruik van lucht bepalen het gelid van de groep dat toch, hoe anders ook, onmiskenbaar Portugees is. Saudade… Een van mijn favoriete groepen. Wij haalden ze zelf diverse malen naar de Lage Landen. Nu een concertopname uit het Kennedy Center in Washington.
Ook als het gaat om percussie is de uitdaging opgepakt door een groep veteranen uit de Portugese folkmuziek. Als ‘Gaiteiros de Lisboa’ vermengden ze een sterk ritmisch geluid met doedelzak en andere traditionele en eigengemaakte instrumenten tot een volstrekt eigen geluid. Hier waren ze o.a. te zien op het Holland Festival (Amsterdam) en Brosellas (Brussel). Nog een klein stukje live optreden en ‘Trângulo Mângulo’ een van mijn favoriete tracks van hun album 'Bocas do Inferno'. Zet ik altijd lekker hard...
Percussiegroepen
Veteraan Rui Junior richtte in Seixas nabij Lissabon ‘Toca Rufar’ op, inmiddels de grootste percussieschool van Portugal met ruim 600 leerlingen. Ze zijn over de hele wereld te zien bij grote evenementen. Ook kwam er een theatershow ‘Wok, Ritmo Avasalidor’ (let even op die 'little drummer boy'). Ook elders zijn er percussiescholen; ze zijn populair onder de jeugd omdat ze ook aan andere educatie doen, andere activiteiten organiseren. Een andere grote school die ik goed vind is 'Tocandar'. Ik was jaren geleden eens bij een groot percussiefesival in Seixas, 500 trommelaars die (spatzuiver gelijk) samenspelen… het gaat door alles heen.
Portugal: klassieke muziek
Van de klassieke muziek uit Portugal kennen we hier eigenlijk maar heel weinig. Toch, Portugal is immers een land met een heel rijke culturele traditie, is ook hierin het nodige moois te vinden.
Dionysius of Dinis I, bijgenaamd de Boer en ook de Dichter was koning van Portugal van 1279 tot 1325. Hij heeft ook muziek op zijn naam staan. Ook toen al was politiek en muziek nauw met elkaar verbonden. Met hem begint zo’n beetje onze verkenning van de klassieke Portugese muziek.
'La Batalla', de groep van Pedro Caldeira Cabral die zich richt op Oude Muziek uit Portugal.
Portugese polyphonie uit de periode 1550-1650 is beslist iets om te beluisteren. Componisten als Magelhaes, de Christo, Cardoso, Duart, Fonseca schreven schitterende (kerkelijke) muziek. Hier een song ‘Lamentatio’ ter introductie, dan maar even doorspelen.
O Lusitano, Portugese muziek rond 1500.
Concerto Atlântico - Falai meus olhos
Liedboeken zijn er ook, de Cancioneiro de Belem en Cancioneiro de Elvas. Een voorbeeld.
Muziek van de (late) Renaissance is lastig te vinden op YouTube, maar het Portugese klassieke gezelschap ‘Segreis de Lisboa’ nam hiervan het e.e.a. op.
Van de klassieke componisten rond 1900 is Fernando Lopes Graça het meest bekend. Samen de Franse etno-musicoloog Michel Giacometti verzamelde hij in het hele land de vaak alleen oraal overgeleverde volksmuziek. Zoals veel componisten in de tijd verwerkte Lopes Graça veel volksmuziek in zijn eigen composities.
Fernando Lopes Graça (1906-1994) schreef o.a. een 19-tal stukken voor piano ‘Viagens na minha terra’ en 'Três velhos fandangos portugueses'
Een fijne muzikale ontdekkingsreis!
Paul & Tjitske
© 2020